Wereldwijd krijgen elk jaar ongeveer anderhalf miljoen mensen leverkanker. Als patiënten geen baat hebben bij een operatie of chemotherapie, dan is radioembolisatie een behandeloptie. Dit is een techniek waarbij met een katheter kleine radioactieve bolletjes worden toegediend die via de leverslagader naar de tumor in de lever stromen. Daar lopen ze vast in de haarvaatjes, waardoor de levertumor ter plekke van binnenuit wordt bestraald. Radioembolisatie wordt daarom ook wel selectieve interne radiotherapie (SIRT) genoemd.
Uiteenlopende resultaten
Het effect van radioembolisatie hangt sterk af van de plaats waar de bolletjes precies terechtkomen in de lever. Op welke plaats laat je de bolletjes in de leverslagader stromen, hoe snel moet je ze toedienen, hoe verdelen ze zich? “We zien uiteenlopende resultaten bij radioembolisatie die waarschijnlijk vooral te maken hebben met de uiteindelijke verdeling van de bolletjes in en rond de tumor”, zegt Frank Nijsen van de afdeling Beeldvorming van het Radboudumc en coördinator van het project. “Met dit onderzoek willen we meer grip krijgen op de factoren die van invloed zijn op de uiteindelijke verdeling van de bolletjes in de lever. Als we de verdeling kunnen beïnvloeden, wordt het mogelijk om gerichter het tumorweefsel te bestralen en het gezonde leverweefsel te sparen. Als we dat inderdaad na afronding van dit onderzoek kunnen voorspellen, dan verwachten we minder bijwerkingen voor patiënten en vaker een langdurige stop van de groei of zelfs een verkleining van hun tumoren.”
Behandeling zichtbaar maken
Bij radioembolisatie worden vooral radioactieve yttrium- en holmiumbolletjes gebruikt. Die laatste zijn ontwikkeld door
Quirem Medical, dat als bedrijf ook bij het project betrokken is, net als de bedrijven
Terumo,
Organ Assist,
Femto en
Siemens Healthineers. Een groot voordeel van de holmiumbolletjes is, dat ze – in tegenstelling tot yttrium – zeer goed te zien zijn op zowel MRI, CT en SPECT beelden. Vooral met MRI kunnen we op hoge resolutie heel nauwkeurig de verdeling in de lever direct meten en analyseren. Nijsen: “Dit project past uitstekend binnen het onderzoek dat we in het Radboudumc doen naar
beeldgestuurde radionucliden interventies en het verbeteren van de technieken om zo tot de beste uitkomsten te komen voor de patiënt.”
Betrouwbaar computermodel
Het onderzoeksprogramma omvat zowel fundamenteel en experimenteel als patiëntgebonden onderzoek. “We gebruiken experimentele opstellingen, fantomen, levers van dieren die overblijven na de slacht, en niet-bruikbare menselijke levers die beschikbaar komen rond het proces van leverdonatie en na levertransplantatie”, zegt Nijsen. “Alle kennis die we zo opdoen moet uiteindelijk een computermodel opleveren. Dat computermodel zal aan de hand van het vaatstelsel van een patiënt kunnen voorspellen waar de katheter geplaatst moet worden, en met hoeveel bolletjes de meest optimale behandeling - veel activiteit in de tumor en minimale activiteit in het gezonde leverweefsel - kan worden gegeven.”
Betere behandeling
Het onderzoek naar een optimale behandeling zal uiteindelijk worden afgesloten met het daadwerkelijk behandelen van patiënten in de speciale MITeC-operatiekamers in het Radboudumc. Nijsen: “Daar zullen we vervolgens testen of ons computermodel inderdaad een betere patiëntbehandeling oplevert. Zo moet er een gevalideerde, algemeen toepasbare behandelingswijze uit dit onderzoek volgen, met als doel betere en meer consistente resultaten bij de radioembolisatie.”
>>origineel artikel beschikbaar op website Radboud UMC