Tijdens de behandeling van een patiënt met leverkanker zag een onderzoeksteam van het Radboudumc de ingespoten radioactieve bolletjes voor de eerste keer ‘live op het beeldscherm’ de lever instromen. Voor zover bekend is het wereldwijd niet eerder gelukt om de bolletjes tijdens het toedienen zichtbaar te maken. In het tijdschrift Cancers beschrijven ze de techniek, die veilig kan worden uitgevoerd. Daarmee ligt de weg open naar een meer persoonsgerichte aanpak van levertumoren.
Patiënten met kanker in de lever worden soms behandeld met interne radiotherapie (radioembolisatie). De tumoren worden dan niet bestraald van buiten het lichaam, maar van binnenuit, vanuit de lever zelf. Dat is mogelijk door kleine radioactieve bolletjes (microsferen) in de leverslagader te spuiten. Die bolletjes worden meegevoerd door het bloed en lopen verderop vast in de hele kleine bloedvaatjes, die vaak in en rondom tumoren te vinden zijn. Zo kunnen ze tumoren van binnenuit bestralen, vaak verkleinen, en soms zelfs helemaal vernietigen.
‘Blinde’ behandeling
“Tot dusver is het nadeel dat je de ingespoten microsferen niet kunt volgen tijdens de behandeling”, zegt Frank Nijsen van de afdeling Medische Beeldvorming van het Radboudumc. “Je onderzoekt vooraf hoe de leverader zich vertakt, waar de tumoren precies zitten en of je zo nodig een vertakking kunt afsluiten voor het hoogst haalbare resultaat. Maar hoe de microsferen zich tijdens de behandeling exact verspreiden, gebeurt buiten je gezichtsveld. Daardoor kan het zijn dat er te weinig microsferen naar een tumor stromen, de stralingsdosis te laag blijft, en je niet het gewenste effect bereikt.”
Radiotherapie in de MRI
Nijsen en collega’s hebben echter een therapie ontwikkeld op basis van radioactieve holmiumbolletjes. Die bolletjes zijn paramagnetisch, waardoor ze met een MRI zichtbaar zijn te maken. De afgelopen jaren hebben ze, gebruikmakend van de speciale faciliteiten van het MITeC, een methode ontwikkeld om de bolletjes toe te dienen terwijl de patiënt in een MRI-scanner ligt. Dat klinkt eenvoudiger dan het is: alle materialen die bij de therapie worden gebruikt, zoals katheters, moeten ook veilig zijn in het hoge magneetveld van een scanner en het MRI-beeld niet verstoren.
Microsferen live in beeld
In een artikel in Cancers beschrijven ze nu dat die aanpak bij een patiënt inderdaad is gelukt. Joey Roosen, van de afdeling Medische Beeldvorming, zal eind 2022 op deze unieke procedure promoveren. “Voor zover bekend is het wereldwijd de eerste keer dat we al tijdens de procedure zien hoe de bolletjes zich verdelen”, zegt Roosen. “Het is een ‘proof of concept’, waarin we laten zien dat het op deze manier veilig kan. We kunnen de injectie van de microsferen dankzij het MRI-beeld live volgen en daarnaast meten hoeveel bolletjes in de tumoren en de gezonde lever zijn vastgelopen.” Dat is uniek. Alsof je bij Lobith miljoenen kleine bootjes loslaat en die allemaal kunt volgen op hun weg naar Nijmegen, Arnhem, Deventer, Dordrecht en Rotterdam.
Verspreiding bijsturen
In een volgende stap in de ontwikkeling van deze innovatieve therapie wordt bekeken of de verspreiding van holmiumbolletjes ook tijdens de procedure bijgestuurd kan worden, aan de hand van de MRI-beelden. “Dat is de vraag die we in een vervolgonderzoek gaan beantwoorden”, zegt Nijsen. “Als dat lukt, kunnen we radioembolisatie veel beter afstemmen op de situatie van iedere unieke patiënt. Daar willen we naartoe.”
-
Publicatie in Cancers: Development of an MRI-Guided Approach to Selective Internal Radiation Therapy Using Holmium-166 Microspheres - Joey Roosen, Mark J Arntz, Marcel J R Janssen, Sytse F de Jong, Jurgen J Fütterer, Christiaan G Overduin, J Frank W Nijsen